Platform over productie- en procesautomatisering
Met een digital twin creëer je een meerwaarde door alle digitale informatie van een product over de volledige levensloop samen te brengen. Om de toepassing van digital twins in de maakindustrie te versnellen, zetten KU Leuven en Hogeschool VIVES een onderzoekslabo op. Ze kunnen voortaan terecht in het Infinity Lab dat onderdak vindt in het gebouw van Flanders Make in Kortrijk. De Vlaamse regering steunt het initiatief met een injectie van 1,69 miljoen euro.
Industrie 4.0-technologie zorgt voor meer mogelijkheden om digitale informatie te verzamelen gedurende de levenscyclus van producten in de (maak)industrie. Vandaag wordt deze informatie nog vooral gefragmenteerd geanalyseerd, per stap in de levenscyclus. Bij gebrek aan een geïntegreerde analyse worden cruciale inzichten (om duurzamer en kostenefficiënter te produceren) vaak mislopen.
Bij de voorstelling van het Infinity Lab tijdens het Manufacturing of the Future inspiratie-event van Flanders Make haalde Infinity-coördinator Bert Pluymers het voorbeeld van een fiets erbij. “Een breuk in een van de mechanische componenten is de voornaamste oorzaak voor falen. Om te voorspellen wanneer dat zou kunnen gebeuren, moet je de belasting meten. Sensoren kunnen de krachten die vrijkomen in kaart brengen en communiceren naar onze digital twin. Die legt alle informatie samen: een simulatiemodel, de eigenschappen van de materialen waaruit de fiets opgebouwd is, de krachten die vrijkomen en de trillingen die dit veroorzaakt. Met de optelsom kun je voorspellen wanneer er een breuk optreedt.”
De ambitie van Infinity – het digital-twinonderzoekslabo voor de mechatronica aan KU Leuven/VIVES – is informatie over de volledige levenscyclus van een product samen te brengen: van vroeg conceptontwerp tot end-of-life. Pluymers legt uit: “De combinatie van al deze informatie (gedigitaliseerde kennis, simulatiemodellen, testgegevens, productiegegevens …) laat het toe om de eigenschappen en werking van het product grondig te analyseren en via nieuwe inzichten de levenscyclus beter te beheren en te optimaliseren. Hierbij staat het concept van de digital twin centraal. Een digital twin is een dynamisch evoluerende en lerende virtuele replica van een uniek, reëel systeem.” Een beweging die reeds is ingezet, maar waar KU Leuven en Hogeschool VIVES samen met de maakindustrie via dit Infinity Lab meer dan ooit werk van willen maken. Er zijn immers nog heel wat vragen over welke digitale platformen, standaarden, implementaties, sensoren … ze voor hun specifieke geval best implementeren. Vooraleer dat fabrieksbreed wordt uitgerold, is het cruciaal dit in een digitaal labo te kunnen uittesten om zo maximale garanties te bieden voor de implementatie.
KU Leuven en Hogeschool VIVES huren momenteel de vierde verdieping van het Flanders Make-gebouw in Kortrijk voor Infinity. Piet Desmet, vicerector KU Leuven Kulak, verduidelijkt: “Deze locatie is doelbewust gekozen omwille van de nabijheid van de West-Vlaamse maakindustrie, de nabijheid en complementariteit met bestaande KU Leuven en Hogeschool VIVES-labo’s in Kortrijk en Brugge, en de nabijheid met Flanders Make. Het labo wordt ingebed in de brede KU Leuven-expertise rond digitalisatie en mechatronica, verspreid over verschillende campussen – en uiteraard in het bijzonder in Leuven zelf – en zal ze als hefboom benutten. Op de campussen fungeert het Infinity Loop-model als inspiratiebron voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening. De impact van het labo zal zich over heel Vlaanderen laten voelen.”
Sinds meerdere jaren zetten KU Leuven en hun campussen Brugge en Kulak, evenals Hogeschool VIVES, samen in op een hechte onderlinge onderzoekssamenwerking. Zo ook in dit domein. Matthias Malfrere, directeur onderzoek van Hogeschool VIVES, geeft dit graag aan: “Dit onderzoekslabo is voor een stuk het orgelpunt van onze onderzoekssamenwerking die we baseren op een gezamenlijke roadmap en onderzoekslijnen waarmee we met de hele maakindustrie – van grote spelers tot kmo’s – samen kunnen interageren om zo optimaal te kunnen inspelen op de brede noden van deze sector.”
