NLFR

Platform over productie- en procesautomatisering
Versnellingsprogramma voor end-to-end digitalisering met zes Vlaamse productiebedrijven
Flanders Make is een strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie én de industrie met maakuitdagingen. Nu lanceert het samen met zes bedrijven een versnellingsprogramma voor end-to-end digitalisering.

Versnellingsprogramma voor end-to-end digitalisering met zes Vlaamse productiebedrijven

Onze maakbedrijven moeten investeren in automatisering en digitalisering om verder te groeien en de concurrentie het hoofd te bieden. Strategisch onderzoekscentrum Flanders Make lanceerde recent een versnellingsprogramma voor de end-to-end digitalisering van Vlaamse productiebedrijven. Het ondersteunt met Vandewiele, Picanol, Atlas Copco, CNH, Crop’s en Sabca zes bedrijven uit verschillende sectoren om hun productie in een periode van vijf jaar volledig en duurzaam te digitaliseren. We spraken met CEO Dirk Torfs van Flanders Make over het project en de voordelen voor onze bedrijven.

Dirk Torfs is de CEO van Flanders Make.

Wie is Flanders Make en wat zijn de activiteiten?

“We zijn een strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie én de industrie met maakuitdagingen. We stimuleren vanuit onze vestigingen over heel Vlaanderen open innovatie via hoogkwalitatief onderzoek. Kmo’s en grote bedrijven kunnen ook met ons samenwerken rond innovatie op maat. We ondersteunen hen met haalbaarheidsstudies, bij productontwerp en de verbetering van productieprocessen, én geven advies over nieuwe technologieën en de implementatie ervan. Tot slot kan de maakindustrie gebruikmaken van onze test- en validatie-infrastructuur.”

“Uiteindelijk willen we onze bijdrage leveren aan industrieel gedreven, precompetitief technisch onderzoek naar de voertuigen, machines en fabrieken van de toekomst en richten we ons op internationale innovatiesamenwerkingen en participatie in Europese onderzoeksprojecten. Daarvoor beschikken we over co-creatiecentra in Lommel, Leuven en Kortrijk, de Droneport Campus in Sint-Truiden, en twaalf core labo’s aan vijf Vlaamse universiteiten (Leuven, Antwerpen, Hasselt, Gent en Brussel). De drang naar innovatie loopt als een rode draad door alles wat we doen. In eerste instantie leidt dat onderzoek tot concrete toepassingen voor de bedrijven die aan het project deelnemen. Finaal worden de resultaten ook met andere bedrijven gedeeld, waardoor ook die een stap verder kunnen zetten.”

In dit project ondersteunt de cobot de operator met bepaalde taken. Een beamer geeft instructies op het werkblad. Met deze opstelling kunnen nieuwe medewerkers opgeleid worden of kunnen mensen met een handicap toch bepaalde taken uitvoeren.

Wat houdt dit nieuwe project in en wat is jullie rol?

“We lanceerden, als onderdeel van de Vlaamse bijdrage aan het Europese veerkrachtprogramma, samen met zes Vlaamse topbedrijven een versnellingsprogramma voor end-to-end digitalisering. End-to-end digitalisering gaat stappen verder dan zogenaamde eilandautomatisering, waar meestal maar één aspect in de productieketen aangepakt wordt. Hier worden alle processen op elkaar afgestemd: van productontwerp tot productiecontrole voor de volledige keten van toeleverancier tot klant. De komende vijf jaar zullen we als katalysator van deze doortastende bedrijfstransformatie functioneren. Daarmee ondersteunen we ook de ambitie van de Vlaamse regering om een innovatieleider onder de Europese topregio’s te worden.”

“Deze digitale transformatie is nodig om de competitiviteit van onze Vlaamse bedrijven te versterken én om de duurzaamheidstransitie te versnellen. Industrie 4.0 is zonder twijfel de motor van deze transitie. In ons co-creatiecentrum in Kortrijk creëren we demonstratie-omgevingen, die de basis zullen vormen voor piloot-productielijnen bij de deelnemende bedrijven zelf. Hieruit kunnen ze dan leren om hun volledige productie versneld en duurzaam te digitaliseren, waardoor ze een grote mix van producten in lage volumes kunnen maken, op maat van hun klanten. De resultaten van deze leadbedrijven moeten dan andere firma’s inspireren.”

Kmo’s en grote bedrijven kunnen met dit centrum samenwerken rond innovatie op maat. In deze toepassing: de cobot met zijn digital twin.

Wie zijn de zes bedrijven en welke voordelen biedt dit project voor hen?

“We waren op zoek naar partners die aan dit project wilden meewerken en zelf eigenlijk al investeringsplannen hadden. Zo kwamen we uit bij zes topbedrijven: Vandewiele, Picanol, Atlas Copco, CNH, Crop’s en Sabca. Vandewiele is marktleider op het vlak van ontwerp en productie van hoogtechnologische machines en oplossingen voor de textielindustrie. Met Picanol hebben we ook een gediversifieerde industriële groep die actief is op het vlak van machinebouw, landbouw, voeding, energie, watermanagement, efficiënt (her)gebruik van natuurlijke hulpbronnen en overige industriële markten met focus op water. Atlas Copco is een specialist in hoge- en lagedruk persluchtcompressoren, stroomgroepen, bouwmateriaal, maar ook in industriële gereedschappen en assemblagesystemen. 

Voor maaidorsers, balenpersen en hakselaars, en voor tractoronderdelen kan men bij CNH terecht. Crop’s is actief in het doen groeien, produceren en verkopen van diepvriesfruit, groenten en bereide maaltijden, terwijl Sabca, tot slot, wereldwijd een sterke reputatie opbouwde als producent van onderdelen voor de luchtvaartsector.”

“Deze zes bedrijven zijn de acceleratoren. We kozen daarbij bewust voor partners uit verschillende sectoren, zodat op termijn de kennis en knowhow voor de brede industrie toegepast kan worden. De deelnemende bedrijven zullen bovendien ook samenwerken met lokale en Europese technologieontwikkelaars en -integratoren. Door samen voluit op een dergelijke vorm van digitalisering met een duurzaam karakter in te zetten, kunnen we onze maakbedrijven in Vlaanderen verankeren en ook nieuwe productie opstarten. Samenwerking is nu al cruciaal om voldoende snelheid te ontwikkelen en dit zal in de toekomst nog belangrijker worden. Hierdoor kunnen bedrijven veel van elkaar leren en de technologieën kostenefficiënter implementeren.”

“Er worden bovendien banden gecreëerd die ook in de toekomst zeker nog tot samenwerkingen zullen leiden. Dankzij de stap naar end-to-end digitalisatie zullen de bedrijven gemakkelijker nieuwe werkkrachten kunnen aanwerven en de productiviteit verhogen om flexibeler op de noden van de klanten te kunnen inspelen.”

VR en AR worden toegepast om operatoren op te leiden.

Nog een slotvraag: wie investeert?

“De deelnemende bedrijven investeren samen 54 miljoen in dit programma. De Vlaamse overheid doet daar nog eens 11 miljoen euro Veerkrachtmiddelen bovenop. Zo komt het totale budget op 65 miljoen euro, en dat toont toch wel de torenhoge ambities die we met dit project hebben, voor de deelnemende bedrijven en de rest van de maakindustrie. Met de inspiratie uit dit versnellingsprogramma kunnen andere productiebedrijven in de toekomst immers ook gericht investeringen doen om zelf de noodzakelijke digitaliseringsstappen te kunnen zetten.” 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.