Bedrijfscultuur legt de basis voor innovatiecultuur

Succesvol zijn is meer doen dan alleen maar producten die scoren in de markt zetten. Dat is althans de filosofie binnen Beckhoff. Het bedrijf zet ook heel hard in op de expertise van zijn medewerkers om met die producten het verschil te maken voor klanten. En dat begint ook met goed zorg dragen voor die medewerkers. 

Hans Beckhoff startte zijn gelijknamige bedrijf in 1980. Ondernemen werd hem met de paplepel ingegeven. Zijn ouders hadden zelf een elektrotechnisch installatiebedrijf. Daar had hij ook de bedrijfscultuur gezien die hij in zijn eigen bedrijf wilde terugvinden: Een aangename en ongedwongen sfeer met een echt gevoel van verbondenheid. Iedereen at er samen in de keuken van zijn ouders. “Met meer dan 5.000 medewerkers wereldwijd is dat uiteraard niet meer mogelijk. Maar dat familiale gevoel is wel nog altijd heel sterk aanwezig. Dat heb ik zelf ook zo mogen ervaren van bij de eerste contacten in 1999”, vertelt Patrick Gielis, general manager voor Beckhoff Automation Belgium. 

Hij spreekt zelfs over een typische Beckhoff-cultuur. “Eentje die zo horizontaal mogelijk gehouden worden. Er is een duidelijke structuur aanwezig, met Hans Beckhoff nog altijd aan het hoofd om de knopen door te hakken en de koers uit te zetten, maar er is geen bedrijfsladder om op te klimmen. Geen strikte hiërarchie. Noem het een laagbouw, eerder dan een flatgebouw”, verduidelijkt Gielis met een knipoog. De reden daarvoor is de bouwsteen van die Beckhoff-cultuur: vertrouwen. Het bedrijf heeft vertrouwen in het eigen kunnen en bij uitbreiding in elke individuele werknemer. “Elke medewerker krijgt zelf de verantwoordelijkheid om zijn job in te vullen. Dat geeft meer energie, meer voldoening. Iedereen wordt gemotiveerd om met eigen ideeën te komen, nieuwe dingen te durven proberen. Het is aan ons als leidinggevende om daar altijd naar te luisteren en duidelijk uit te leggen waarom we er wel of niet mee verder gaan. Open en duidelijk communiceren, dus.”

Daarnaast hechten ze er bij Beckhoff enorm veel belang aan om ten dienste te staan. Van de maatschappij bijvoorbeeld. Zo is er een project in Tanzania, de St. John Paul II Junior Seminary kostschool, waar Beckhoff 360 studenten de kans biedt op een goede opleiding die de weg baant naar universitaire studies. Maar evenzeer ten dienste van de medewerkers. “Welzijn op het werk wordt bijzonder hoog in het vaandel gedragen. Want wie zich goed voelt in zijn vel, zal ook beter presteren in zijn job. Maar los daarvan willen we een hechte familie creëren. We besteden daarom bijzonder veel aandacht aan HR. Nieuwe medewerkers moeten over de juiste technische skills beschikken, maar minstens even belangrijk is dat ze goed passen binnen ons goed geolied team. Liever wat langer zoeken naar een goede match, dan. We hebben daarvoor een goede methodiek bij de aanwerving ontwikkeld en doen er alles aan om die spirit elke dag aan te wakkeren. En dat zit hem in grote zaken, zoals zorgen dat iedereen voldoening uit zijn job haalt, maar ook in kleine details, zoals de juiste opleiding om ze verder te laten groeien. Onze medewerkers zijn onze beste ambassadeurs.”

Op het hoofdkwartier zijn ze er alvast van overtuigd dat die aanpak maakt dat de bruisende starterssfeer van begin jaren 80 nog steeds aanwezig is in het hele bedrijf en op die manier de basis gelegd heeft voor tal van revolutionaire producten die de automatiseringsindustrie zoals we die kennen duurzaam vooruit hebben geholpen. “Ook dat is een bijkomend element binnen onze bedrijfscultuur. Onze technologie kan de wereld beter maken. Als met het werken met MX-System in plaats van met een klassieke schakelkast maar 1/10 van het aantal pagina’s aan schema’s meer nodig is, als er minder bekabelingswerk aan te pas komt, als er minder saai en repetitief werk uitgevoerd moet worden… Dan wint iedereen. Het milieu dat minder belast wordt, het bedrijf dat kosten kan besparen, en de medewerker die nu meer tijd over heeft voor zaken waaruit hij echt voldoening kan halen”, besluit Gielis.